Kleiner wonen in bestaande wijken
Lotte Boas en Julian Nijholt onderzoeken voor het Woningbouwatelier wat de mogelijkheden zijn voor het toevoegen van kleine woningen in bestaande woonwijken. Wat kan er allemaal en wat vinden bewoners in de wijk hiervan. Is de buurt bereid om geschikte plekken te zoeken, maar ook om de huizen zelf te bouwen? Het is een stageopdracht voor hun studie Bouwkunde aan Hogeschool Windesheim in Almere tot en met januari 2020. Uiteindelijk is het ook een voorbereiding voor hun eindopdracht.
De opdracht komt uit de ervaringen van het Woningbouwatelier met de BouwEXPO Tiny Housing. Hoe kunnen vergelijkbare kleine huisjes ook op andere plekken in de stad worden ingezet. En dan niet alleen in een buurtje met Tiny Houses zoals de BouwEXPO, maar ook bijvoorbeeld in bestaande wijken. Lotte en Julian onderzoeken welke mogelijkheden er zijn en of bewoners in een wijk hiervoor openstaan. De uitkomst van hun onderzoek geeft misschien wel input voor een nieuw experiment van het Woningbouwatelier in 2020.
Kralenketting
Lotte: “We zitten in het vierde jaar van de opleiding Bouwkunde aan de Hogeschool Windesheim. Bij het begin van de studie, was ik al heel nieuwsgierig naar de BouwEXPO Tiny Housing. We hebben het actief gevolgd en verschillende huisjes bezocht. In het eerste jaar kwamen we ook in contact met het Woningbouwatelier. We hebben toen het idee uitgewerkt van een ‘kralenketting’ van Tiny Houses langs het fietspad. Dat levert meer woonplekken op en helpt mee dat fietsers zich veiliger voelen. Nu onderzoeken we voor het Woningbouwatelier potentiële plekken in de stad waar kleine huizen voor 1-persoonshuishoudens zouden kunnen komen. Hierbij ligt de nadruk op hoe je een buurt het initiatief kan laten nemen om geschikte plekken te vinden maar ook de huizen zelf te bouwen.”
Alleen eengezinswoningen
Julian: “In Almere staan bijna alleen eengezinswoningen in de vorm van rijtjeshuizen. Terwijl één op de drie huishoudens uit één persoon bestaat. Voor dit project kijken we naar de bestaande wijken in Almere, van voor 1990. Nieuwe, kleinere woningen kunnen deze wijken een boost geven. Na het eerste onderzoek kiezen we voor Kruidenwijk. We gaan nu beelden maken hoe de wijk nu is en maken schetsen wat het zou kunnen worden met kleinere huizen. Het idee is wel om Tiny Houses hiervoor te gebruiken. Met de schetsen laten we bewoners uit de buurt zien hoe het eruit zou kunnen zien. Ook laten we zien hoeveel 50 vierkante meter eigenlijk is en wat je ermee kunt.”
Beelden gemaakt door de studenten in het kader van hun onderzoek.
Ruimte in de wijk
Lotte: “We hebben geen specifieke leeftijd of situatie van de bewoners op het oog. Daar staan we open in. Het is wel gericht op de bewoners uit de Kruidenwijk. Hoe zien zij zo’n verandering van de wijk. Bijvoorbeeld in de Molenbuurt zien we dat er 15 bewoners uit de wijk verhuizen naar een kleiner appartement in de nieuwe woontoren die er komt. Zo maken ze ruimte voor gezinnen in de eengezinswoningen in de wijk. Wat vinden de bewoners van Kruidenwijk van dit idee? En wie zouden er dan gebruik van willen maken?”
Samen met de buurvrouw
Julian: “Het kan bijvoorbeeld een ouder iemand zijn die samen met zijn buurvrouw wel kleiner zou willen wonen. Of een jongere die uit huis gaat, maar wel graag in de buurt van zijn ouders wil blijven wonen. We laten gewoon zien wat onze ideeën zijn en vragen wat de mensen uit deze buurt hiervan vinden. Daarna gaan we ook kijken hoe de uitgifte van percelen zou moeten gaan. De bedoeling van inbreiding is dat je de open gaten in een wijk opvult. Er is echt heel veel ruimte in een wijk. Naast kleine stukjes openbaar groen, zijn er ook gevels zonder ramen waar genoeg ruimte is voor een klein huisje.”
Alternatief en duurzaam
Lotte: “Wat mij aanspreekt in Tiny Housing is de alternatieve en duurzame manier van bouwen. Het is iets anders dan standaardbouw.”
Julian: “Almere staat vol met rijtjeshuizen. Kleine, nieuwe huisjes maken een bestaande wijk veel levendiger. Ik hoop ook dat we dat straks kunnen laten zien met de schetsen. En dat het bewoners van een wijk inspireert.”