Hoe het Natural Pavilion het officieuze thuishonk van duurzaam bouwend Nederland werd
Het Natural Pavilion heeft Nederland ontzettend veel geleerd over de mogelijkheden die biobased bouwen biedt. Dat zat deels in de getoonde technische hoogstandjes in het paviljoen, maar ook in de belangrijke verbindende rol die het speelde. Tijdens de Floriade Expo werden er tientallen events georganiseerd, waarmee honderden mensen geïnspireerd raakten om meer met biobased materialen aan de slag te gaan.
De ambities voor de Floriade waren torenhoog. Deze editie ging immers om veel meer dan land- en tuinbouw de Almeerse expo moest de groene stad van de toekomst tonen, waarin duurzaamheid en de gebouwde omgeving hand in hand gaan.
Het Nederlandse paviljoen kon daarin uiteraard niet achterblijven. ‘Hoe maken we de stad van de toekomst binnen de grenzen die de aarde ons biedt?’ Dat was de hoofdvraag die aan de basis lag bij het Natural Pavilion, zei transitiestrateeg Atto Harsta in maart bij de eerste prestentatie van het gebouw aan de pers.
Het Woningbouwatelier stond aan de wieg van het paviljoen en schreef mee aan de uitvraag. Door in de aanbesteding maximaal in te zetten op duurzaamheid en samenwerking, werd in één jaar tijd een toonbeeld van duurzaam bouwen opgetuigd. Daarbij werd ingezet op innovaties die zich lenen voor reguliere woningbouw.
Met resultaat. Wie een potje groen buzzword-bingo wilde winnen, moest naar Almere afreizen. Het gebouw is circulair, biobased en modulair en heeft een kleine CO2-footprint. Zo’n beetje alle materialen in het paviljoen zijn groen en organisch.
Het skelet en de fundering zijn van hout, puien van kurk of hout, vloertegels van spinaziezaden en de binnenwanden zijn gemaakt van riet en paprikastengels. De ruiten zijn gerecycled van een oud Rijkskantoor in Den Haag. De basis van het gebouw bestaat uit houten frames, verbonden met stalen ankerpunten. Die kan je vrij aan elkaar verbinden en invullen.
Met deze technische innovaties toonde het paviljoen een groene toekomst aan de miljoenen bezoekers die de Floriade trok. Die rol blijft het de komende jaren vervullen. Het blijft de komende drie jaar nog op het terrein staan als schowcase voor de duurzame bouw. De Provincie Flevoland wordt de huurder.
Maar het paviljoen bood meer dan enkel zichtbaarheid. Het werd, vrij organisch, het officieuze hoofdkwartier van professionals die zich bezighouden met het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Gemeenten, provincies, het Rijk, architecten, ontwikkelaars, bouwers, producenten, ze kwamen allemaal een kijkje nemen.
Het Woningbouwatelier organiseerde er een aantal bijeenkomsten, waarbij we met zowel experts als mensen die wat verder van de praktijk afstaan sparden over de kansen en obstakels voor biobased bouwen. Dat leverde waardevolle inzichten op, voor zowel onszelf als de deelnemers. Bovenal werden er verbindingen gemaakt die onmisbaar zijn voor de duurzame transitie.
Het Woningbouwatelier was bovendien verre van de enige partij die dit soort bijeenkomsten in het paviljoen organiseerde. Gedurende het hele jaar maakten zowel overheden als marktpartijen gebruik van de inspirerende biobased omgeving. Op de meeste dagen waren er twee per dag, vijf dagen in de week. Tel maar uit hoeveel inspiratie en samenwerkingen het paviljoen daarmee faciliteerde. Ook die rol zal het gebouw de komende jaren blijven vervullen.