Huizen en meubilair van paprika: Schoon om in te wonen, schoon om mee te werken en schoon om te composteren
Rik Makes is niet alleen ontwerper, maar ook fervent liefhebber van het Nederlandse landschap. Een landschap dat we in rap tempo aan het uitputten zijn, doordat vezels onttrokken worden aan de bodem. Makes besloot zijn ontwerpersbrein in te zetten en vond de oplossing: composteerbaar plaatmateriaal, gemaakt van de reststromen uit die landbouwsector. “Mijn uitgangspunt is misschien een beetje ambitieus, maar ik wil producten ontwerpen om een economie in te richten die duizend jaar gezond is.”
In Nederland halen we spectaculair veel voeding van ons land, maar dat geeft ook een hoop restmateriaal. Makes illustreert: “Bijvoorbeeld in de paprikateelt. Daar heb je planten die tot twaalf meter hoog worden. Daar halen we alle paprikaatjes af en de rest van die plant wordt verbrand. Maar die vezel kan ook heel mooi terugkomen op het land.” Dat doet hij door van de vezels plaatmateriaal te maken, geschikt voor bijvoorbeeld wanden en meubilair. Wanneer de platen aan het einde van hun leven zijn, kunnen ze worden versnipperd en teruggeplaatst worden in het landschap. In The Natural Pavilion vind je wanden van paprika, maar Makes kan platen maken van veel meer reststromen. Hij vervolgt: “De lijm die ik gebruik om deze vezels bij elkaar te houden is voedzaam voor de bodem, wanneer de plaat wordt afgebroken aan het einde van zijn leven. De panelen die ik maak zijn zo honderd procent biobased.”
Verhaal vertellen
De paprikaplantvezel levert wel een nieuwe uitdaging op in vergelijking met andere planten. “Namelijk de plastic clipjes en nylondraadjes die worden gebruikt in de kassen om de planten op te knopen”, zegt Makes. Dat plastic kan er niet zomaar uitgefilterd worden en dat maakt de plaat dus niet helemaal te composteren. “Maar het verhaal van de paprikaplaat is relevant, omdat we in Nederland heel veel kassenkweek hebben”, aldus Makes. “Die kassenteelt is enorm efficiënt en die afvalstromen zijn groot. Die plastic clips en draden zitten daardoorheen, waardoor we ze niet goed kunnen verbranden. Die materialen worden daarom geëxporteerd of ze belanden op vuilnisbelten. Dat verhaal is belangrijk om te vertellen.”
Wanden die ademen
Aan zijn biosbased wanden zitten veel voordelen ten opzichte van traditionele spaanplaat. “Omdat er geen enkele chemische toevoeging wordt gedaan in het proces zijn de materialen schoon om in te wonen, schoon om mee te werken en schoon om te composteren. Het materiaal ademt”, betoogt Makes. “Dus als het vochtig is, trekt het vocht in de plaat, zonder dat dat negatieve gevolgen heeft. Als het weer droog is, dan geeft de plaat heel langzaam zijn vocht terug aan de ruimte, waardoor je een neutraal en gezond klimaat krijgt. Door de lijm die ik gebruik is de plaat daarnaast brandvertragend en vlamdovend. Er zitten geen chemische toevoegingen in die ervoor zorgen dat dat in orde is. Die hoef je dus helemaal niet te gebruiken. Dat maakt het materiaal heel relevant voor de bouw.”
Zover is het alleen nog niet. Makes vervolgt: “Men moet dat ook willen. Er zijn nog onduidelijkheden en risico’s van on-onderzochte problematiek van het plaatmateriaal. Zo is een echte test nodig om een echt resultaat te kunnen benoemen. Bijvoorbeeld door het materiaal in verschillende omgevingen toe te passen om te zien hoe het reageert. Denk aan in de buurt van de tocht en wind van zee, nabij de Veluwe of in een stad. De obstakels zitten in aannemers die het aandurven en bereid zijn om nieuw materiaal toe te passen. Dit leidt tot onbekende problemen die we pas kunnen oplossen als ze zich voordoen.”
Grote opdracht
Voor Makes staat het als een paal boven water: biobased wanden zijn essentieel in de bouw van de toekomst. “Ik denk dat je de transitie groter moet bekijken, als een overgang van lineair naar circulair. We hebben als mens de afgelopen tweehonderd jaar materialen gebruikt vanuit een cultuur dat de natuur in overvloed de menselijke vraag aankan. Nu is het aan de mens om een gezonde verhouding te scheppen met wat moeder aarde aankan. Dit kan alleen als het materiaal dat we gebruiken weer teruggegeven kan worden aan bijvoorbeeld het bodemleven. Dit is een grote opdracht die leidt tot biobased materialen en symbiose. Alleen dan kunnen we een economie inrichten die duizend jaar gezond is voor de aarde en voor de mens.”