Natural Pavilion op Floriade toont mogelijkheden houtbouw

Technisch gezien is circulaire biobased houtbouw al heel goed mogelijk, toont het Natural Pavilion op de Floriade Expo. Het project biedt waardevolle inzichten voor grootschalige biobased woningbouw. Het Woningbouwatelier heeft met advies en kennis bijgedragen aan bij de innovatieve aanbesteding voor het paviljoen.

Gratis excursie Natural Pavilion

Op 7 september organiseren we een gratis excursie naar het Natural Pavilion. Met de experts achter het project duiken we diep in alle innovaties en geleerde lessen.

Klik hier voor meer informatie en aanmelden

‘Hoe maken we de stad van de toekomst binnen de grenzen die de aarde ons biedt?’ Dat is de hoofdvraag die aan de basis ligt bij het Natural Pavilion, zegt transitiestrateeg Atto Harsta. Een bezoek aan het paviljoen op het terrein van de Floriade Expo in Almere leert dat die toekomstbestendige gebouwde omgeving dichterbij is dan je misschien denkt.

Met het project wil opdrachtgever BZK laten zien wat er allemaal mogelijk is met duurzaam bouwen. Het antwoord: een hoop. Wie een potje groen buzzword-bingo wil winnen, moet naar Almere afreizen. Het gebouw is circulair, biobased en modulair en heeft een kleine CO2-footprint. Zo’n beetje alle materialen in het paviljoen zijn groen en organisch.

Het skelet en de fundering zijn van hout, puien van kurk of hout, vloertegels van spinaziezaden en de binnenwanden zijn gemaakt van riet en paprikastengels. De ruiten zijn gerecycled van een oud Rijkskantoor in Den Haag. De basis van het gebouw bestaat uit houten frames, verbonden met stalen ankerpunten. Die kan je vrij aan elkaar verbinden en invullen. ‘Een beetje zoals K’NEX-speelgoed’, zegt Gerben Kuipers, directeur van uitvoerder en eigenaar Noordereng Groep. Het gebouw werd gerealiseerd met een Rijksbijdrage.

Snel bouwen

Het paviljoen toont dat je geen jaren nodig hebt om een duurzaam gebouw neer te zetten. De tender werd in mei 2021 uitgezet en nu is het gebouw zo goed als af. Doorslaggevend bij die snelle realisatie was samenwerking in een consortium, zegt Kuipers. ‘Want niet iedereen heeft verstand van alles. Schakel dus verschillende mensen met verschillende expertises in.’

Wat ook hielp: de computer ondersteunde bij het ontwerpen. Met verschillende duurzaamheidseisen en materiaalkeuzes als input, kon de computer optimale ontwerpkeuzes doorrekenen. Parametrisch ontwerpen, heet dat. Het leidde bijvoorbeeld tot de optimale stand van houten zonwerende lamellen. Met de hand een tijdrovende en ingewikkelde rekensom, met de computer zo gedaan.

Volgens Dick de Gunst, architect bij DP6 en ontwerper van het paviljoen, zorgde de korte doorlooptijd niet voor ongewenste ontwerpkeuzes. ‘De snelheid dwingt je tot knopen doorhakken. Je kan lang over alles twijfelen, of je gaat ervoor. Je moet zo puur en eenvoudig mogelijk ontwerpen, met heel elementair materiaalgebruik en minimale afwerking. Dat zorgt juist voor samenhang in de uitstraling. Het is een heel licht en luchtig gebouw geworden.’

Grote uitrol voor woningbouw

Volgens de betrokkenen leent de paviljoen-aanpak zich goed voor opschaling naar de woningbouwopgave. Dat is ook nadrukkelijk de insteek. Bij de tender stonden drie uitgangspunten centraal, zegt Ivar Diekerhof, projectleider Woningbouwatelier Almere en één van de beoordelaars van de tenderinzendingen. ‘Het gaat allereerst om schaal en systeem, zodat je de innovaties breder kan toepassen en aanbieden. Ten tweede gaat het om techniek en ontwikkeling, wederom voor brede toepasbaarheid. En ten derde gaat het om markt en mensen. Want wat je bouwt, moet goed aansluiten bij de gebruiker.’

Die uitgangspunten bewezen zich deels al op de Stripmaker in Almere. Daar staat een wijkje van 27 WikiHouses, een project van het Woningbouwatelier. Het zijn betaalbare, vraaggerichte en energiezuinige woningen. Met een houten skelet en veel houten gevels. Met digitale tools kunnen bewoners hun woning zelf vormgeven en bouwen. Op het Floriadeterrein staat momenteel ook een WikiHouse, in opdracht en eigenaarschap van Flevocampus en Horizon Flevoland.

Andere inspirerende (deels afgeronde) voorbeelden van houtbouw zijn Pannenhoef en Puur Wonen in Eindhoven, wooncoöperatie De Warren in Amsterdam en het Ecodorp in Boekel. Amsterdam heeft plannen om bij het Nelson Mandelpark een volledig houten wijk van 700 woningen te bouwen.

Het hout voor dergelijke ontwikkelingen is beschikbaar, zegt Kasper Broek van Staatsbosbeheer. ‘In Europa hebben we voldoende hout voor ongeveer de helft van de woningbouwbehoefte’, zegt hij. Ook in Nederland zelf wordt voldoende geplant voor houtbouw. Voor elke dertig vrachtwagens aan hout die we kappen, worden er vijftig geplant. Broek illustreert: ‘Het voor het paviljoen benodigde hout groeit er in een half uur weer bij.’

Regelgeving en strengere gemeenten

Als je echt een substantieel deel van de woningbouwopgave van 900 duizend tot 2030 circulair en biobased wil doen, is wel meer nodig. Want natuurinclusief en duurzaam bouwen gaat om meer dan hout. Veel veelbelovende materialen mogen nu nog niet worden gebruikt, omdat ze niet de juiste certificering hebben. Dat is dus een flessenhals.

Wel lopen op dit moment materiaalproeven voor tientallen natuurlijke grondstoffen, bij bijvoorbeeld TNO en TKI Wageningen. ‘We zijn BZK een beetje aan het duwen voor de juiste certificering van nieuwe bouwmaterialen’, zegt Jan Willem van de Groep, kwartiermaker biobased bij het ministerie van LNV. ‘Dat is echt nodig voor opschaling. Bovendien kan de productie van bijvoorbeeld vezels voor de bouw een nieuw duurzaam verdienmodel zijn voor boeren.’

Zo kan het Rijk dus een aanjager van opschaling zijn. Ook voor gemeenten is een rol weggelegd. Zij kunnen in hun tenders meer sturen op biobased bouwen. Harsta noemt de Green Deal Houtbouw in de Metropoolregio Amsterdam als goed voorbeeld van zulke betrokkenheid. De gemeenten in de MRA sturen heel bewust op 20 procent houtbouw in 2025. Na het neerleggen van de groene eisen, moeten gemeenten streng blijven toetsen bij de uitvoer. Want het risico bestaat dat een op papier goed plan uiteindelijk toch veel staal of beton bevat, omdat dit de aannemer beter uitkomt.

In ruil voor de hogere eisen kunnen overheden financiële prikkels geven. ‘Je kunt bij bijvoorbeeld de grondprijsonderhandeling korting geven voor biobased projecten’, zegt Harsta. ‘Want we zitten nu nog wel in de fase dat stimulering echt nodig is.’