Zorg dendert de wijken in…en we zijn niet klaar!
Door: Claudia Laumans
Zorg dendert de wijken in, mensen willen regie houden, gemeentes vinden het lastig om zorgdomein en vastgoeddomein te integreren. Op het Zorgsaam Wonen congres dat op 25 november plaatsvond in Rotterdam, gaven Peter van Assche en projectleider van Who Cares Claudia Laumans een duo-presentatie over Eigentijds Hof en de context en de leerpunten tot nu toe.
De zorgtransitie genaamd extramuralisering en de maatschappelijke transitie naar meer individualisering, polarisatie en het schuren tussen burgers en instituties levert de komende jaren een spannende mix op in de wijken. Immers, mensen zijn redelijk op zichzelf gericht, maar omdat de professionele zorg deels aan het wegvallen is, raken mensen veel meer op elkaar aangewezen. Dit geldt voor ouderen, voor mensen die uitstromen uit beschermd wonen en voor u en ik (als we ontslagen worden uit een ziekenhuis, maar thuis nog niet voor onszelf kunnen zorgen). Ouderen hebben gemiddeld een wat hogere zorgbehoefte en het aantal ouderen groeit, dus deze verschuiving vindt ook nog eens plaats terwijl er sprake is van groeiende behoefte.
In deze context past prijsvraag Who Cares die in Almere Haven twee prijswinnaars opleverde: Eigentijds Hof en Samenredzame Wijk. Ook in andere steden waren er winnaars en de gemeenschappelijke deler in alle die plannen in Nederland is:
- versterken sociale verbanden
- alibi voor ontmoeting creëren
- faciliteren onderlinge zorg
- balans privacy-gezamenlijk
- versterken eigen regie van bewoners
Voor gemeenten komen die projecten op het moment dat ze ook woningen omvatten in een lastig vaarwater, ook in Almere. De belangen van de gemeente zijn over twee afdelingen verdeeld. De afdeling die woningbouwontwikkeling begeleidt is gebonden aan de Wet Markt en Overheid en het grondbeleid van de gemeente. De eerste stelt dat overheden geen staatsteun mogen geven op grondverkoop. Dit betekent marktconforme prijzen hanteren als de kopers bedrijven of individuele eigenaren zijn. Afwijken kan voor sociale partners die geen winst maken, zoals corporaties of maatschappelijke instellingen. Maar daar moeten dan wel beleidskaders voor zijn die voorwaarden stellen – cq. het grondbeleid. Bovendien zijn grondopbrengsten financiële middelen die de gemeente weer maatschappelijk bestemt. De afdeling die zich bezig houdt met welzijn en zorg is een andere; die wordt behoorlijk geleefd door landelijke regelgeving en een krap budget.
Het probleem van woonzorg initiatieven is dat ze (nog) niet in deze kaders vallen en daar ook lastig in passen omdat ze woondoelen met maatschappelijke doelen combineren. Daarmee komt een commerciële grondprijs onder druk. Voor een gemeente is dan de vraag: als je deze woningprojecten om maatschappelijke redenen wel binnen je gemeentegrenzen wilt, moet je dan grondprijzenbeleid aanpassen of moet je dit mogelijk maken met een fonds vanuit sociaal budget? De kwestie wie wat betaalt, blijft daardoor de gemeente rond gaan. Who Cares heeft dit vraagstuk aan het licht gebracht en met een concreet project ook financieel inzichtelijk gemaakt. Dat is dé winst van de prijsvraag waar ook andere gemeenten van kunnen leren.
Het is niet eenvoudig om maatschappelijke baten van de woonvormen waar lichte zorg in/om huis mogelijk is, scherp te maken. Maar voorbeelden zijn: iemand met autisme die in een instelling woont kost per jaar 40.000 euro. Of uit de dagelijkse praktijk gegrepen: iemand die moet revalideren wordt regelmatig in een andere stad in een centrum geplaatst omdat er in de buurt geen plaats is, wat extra kosten met zich meebrengt. In beide gevallen kan een flexibele opvang in de vorm van een logeerkamer en een oplettend oog in de buurt veel kosten voorkomen.
Inmiddels hebben de beleidsafdelingen van de gemeente Almere het vraagstuk erkent en trekken het sociale én ruimtelijk domein nu samen op om een oplossing te vinden. Dat leidt hopelijk in 2020 ook tot realisatie van de Who Cares prijswinnaars.